
Verblijfsvergunningen worden in Portugal verleend in ruil voor investeringen in het land. Dit is een van de belangrijkste wijzigingen in de regelgeving van de 'Golden Visa’ -visumregeling die in werking is getreden op maandag 1 oktober 2018. Er zijn ook andere regels, met name over de overdracht van het kapitaal en over het wijzigen van het type investeringen in het kader van de verlenging van vergunningen.
Volgens de nieuwe regelgeving, die in het Portugees beschikbaar is, wordt ‘een verblijfsvergunning voor permanente investeringsactiviteit afgegeven aan burgers die houder zijn van een verblijfsvergunning voor investeringsactiviteiten en hun familieleden die voldoen aan de vereisten van artikel 80 van de wet Nr. 23/2007 van 4 juli 2007, opgesteld overeenkomstig artikel 85, lid 2, onder b), lid 3 en 4, met uitzondering van de regeling als bedoeld in artikel 85, lid 2, onder b), (3) en (4) van hetzelfde, diploma ‘.
Permanent verblijf, geen minimumperiode
‘De permanente verblijfsvergunning is alleen gemaakt voor houders van de gouden visa, en deze zijn vrijgesteld van de vereiste van een minimumverblijf van twee maanden per jaar in Portugal,’ verklaarde advocaat José Miguel Albuquerque, verbonden aan PLMJ Law Firm, het Portugese nieuws agentschap Lusa. ‘Het regelgevingsdecreet stelt [van de regel van een minimumverblijf van twee maanden] vrij, maar sluit niets af,’ voegde hij eraan toe bij de minimumvereisten voor verblijf in Portugal.
Het gouden visumprogramma is nu vijf jaar oud en de eerste mensen die er toen een hebben gekregen, zijn nu een minimumperiode voorbijgegaan die hen in staat stelt om verder te gaan met de aanvraag van een permanente verblijfsvergunning in Portugal.
Volgens de advocaat verleent de wet een permanente verblijfsvergunning aan houders van een gouden visa als zij blijven investeren in Portugal. Dat wil zeggen, dat ze hun investering behouden en ‘in ruil daarvoor zijn ze vrijgesteld van de verblijfsperioden’, legt José Miguel Albuquerque uit.
Deelname in risicokapitaalfondsen en bedrijven
Een andere wijziging in de wet, die bijna een jaar geleden van kracht werd (28 oktober 2017), heeft betrekking op investeringen in aandelen van risicokapitaalfondsen en in bedrijven die in Portugal zijn gevestigd en helpen bij het creëren van banen. Voor beleggers die investeren in aandelen en aandelen in risicokapitaalfondsen, is het volgens de verordening noodzakelijk om een ‘verklaring van de beheermaatschappij van het investeringsfonds af te geven, die de levensvatbaarheid van het kapitalisatieplan waarborgt, dat het gedurende ten minste vijf jaar de tijd krijgt en de toepassing van ten minste 60% van de investering in commerciële bedrijven gevestigd op Portugees grondgebied,’.
Er is nu ook een statuut over de ‘overdracht van kapitaal voor de oprichting van een bedrijf in Portugal, met een minimum van vijf vaste banen,’ zei de advocaat. Het bedrag dat geïnvesteerd moet worden voor de oprichting van een startend of vergund bedrijf is 350.000 euro, met de verplichting om vijf vaste posities te creëren.
Visumvernieuwing
De advocaat legde uit dat een andere wetswijziging gebaseerd is op de verandering in het soort belegging. In het kader van de verlenging van het visum wordt bepaald dat de houder van de Verblijfsvergunning voor Investeringen (Autorização de Residência para atividade de Investimento of ARI) ‘het type investering kan wijzigen’, maar de belegde waarde niet kan verlagen. ‘Beleggers kunnen wijzigen waarin ze beleggen, maar ze kunnen niet minder geld investeren,’ zei hij.
Een voorbeeld hiervan is een belegger die heeft geïnvesteerd met het criterium van kapitaaloverdracht voor een bedrag van één miljoen euro. De investeerder besluit om de investering in Portugal te behouden en kan deze dus omruilen voor de noodzakelijke aankoop van onroerend goed, op voorwaarde dat de waarde niet lager is.